woensdag 1 juli 2015

De natuur en onze beschermingsdrang

Onlangs las ik dit artikel op Vice. Het gaat over dierentuinen en dat ze misschien allemaal maar eens gesloten moeten worden, omdat het dierenwelzijn er zeer slecht is. Veel dieren die er worden gehouden hebben van nature duizenden malen meer oppervlakte tot hun beschikking als leefomgeving in de vrije natuur. Bovendien worden er, helaas nog steeds, vrij nare manieren gebruikt om de wilde dieren af te richten.
"Een veelgehoord argument vóór het bestaan van dierentuinen, is dat ze belangrijk zijn voor het conserveren van diersoorten. Als we de cijfers hieromtrent onder de loep nemen, dan zien we echter al snel dat dit een mythe is. Minder dan één procent van alle dierentuinsoorten is momenteel deel van een serieus conserveringsprogramma."
 En dat is eigenlijk waar ik het vooral over zou willen hebben.

Ik merk bij mezelf dat ik me zo nu en dan ernstig zorgen maak over sommige diersoorten die uitsterven. Vooral als het in verband staat met stropers die systematisch een einde lijken te maken aan het bestaan van een bepaalde diersoort. Menselijke hebzucht kent werkelijk geen grenzen. Goede voorbeelden zijn natuurlijk de olifant en de neushoorn. Ik kan hier erg droevig van worden. Maar de enige twee manieren om hier iets tegen te doen is directe bescherming van de diersoorten en campagnes die het gebruik van de gewonnen dierlijke materialen ontmoedigen. Zelf heb ik het gevoel dat dat laatste nog te weinig wordt gedaan. Vooral het bijgeloof en statussymbool van het poeder van vermalen neushoorn-hoorn is akelig en vrij ziek te noemen. 

Toch is het iets typisch menselijks om zo bezig te zijn met het behoud van diersoorten. De diersoort zelf houdt zich niet echt bezig met de hoeveelheid van soortgenoten, behalve als dit in zijn directe omgeving merkbaar wordt, natuurlijk. De mens is een empathisch wezen en we kunnen er slecht tegen als dieren door hebzucht of als statussymbool worden gedood, een goed voorbeeld is Melissa Bachman. Dit is voor mij de voornaamste reden dat ik zo tegen de illegale jacht op de eerder genoemde diersoorten ben. Verder ben ik ook tegen de jacht op elk ander dier.

Ik vind het arrogant van ons mensen dat we de neiging hebben om de natuur even te helpen door de aantallen diersoorten 'eens even' te gaan beheren. Er zijn te veel everzwijnen, dus moet een deel maar worden afgemaakt. Maar hetzelfde zou ik willen zeggen over het conserveren van diersoorten. Deze bedreigde diersoorten hebben wellicht baat bij onze pogingen, maar voor de individuele dieren maakt het helemaal niets uit. Sterker nog, ik vermoed dat veel van deze dieren onder veel meer stress leven dan wanneer ze in de vrije bedreigende natuur zouden leven. 

Er zijn de afgelopen miljoenen jaren behoorlijk wat diersoorten uitgestorven en bij slechts een handvol komt dat door toedoen van de mens. Het is natuurlijk erg jammer als het zo ver komt en het aan ons menselijke gedrag te wijten is dat een diersoort uitsterft, maar om de soort die op het punt staat uit te sterven te conserveren is een eigenschap van ons die voor een groot deel voort komt uit ons egoïsme. We zouden het gewoon zo zonde vinden als we die dieren niet meer in het wild kunnen zien leven. En natuurlijk zouden die individuele dieren ook heus zelf wel willen blijven leven, dat is immers iets wat elk dier wilt.

Wat ook te begrijpen is, is het feit dat bepaalde diersoorten nodig zijn voor een gebalanceerd ecosysteem. Er zijn dus veel redenen voor om sommige diersoorten te conserveren en er voor te zorgen dat ze blijven voortbestaan. Maar ik denk dat we niet moeten vergeten dat dit vooral iets is waar uiteindelijk wij zelf het meest bij zijn gebaat. We willen geen kapot ecosysteem en we willen geen kapotte Aarde, omdat wij er dan zelf, als mens, aan onderdoor zullen gaan. 

Wellicht zouden we onszelf kunnen zien als 'herders van de wereld', door onze intelligentie en de daar uit voortgekomen technologie die ons helpt. Maar als we dat echt zijn dan zouden we de natuur voor het grootste gedeelte met rust laten, haar eigen gang laten gaan en onze soortgenoten er van weerhouden om er invloed op uit te oefenen. We staan niet boven de natuur, we maken er deel van uit.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten