maandag 21 december 2015

Op naar een betere wereld

Dit had ik geschreven naar aanleiding van Jesse Klaver zijn uitspraken in De Wereld Draait Door en ingezonden als lezers-column voor de Metro. Helaas is hij niet geselecteerd. Ik vermoed vanwege het mogelijk 'zware' onderwerp.


Op naar een betere wereld

Na het zien van 'De Wereld Draait Door' bleef ik met gemengde gevoelens achter. Fractievoorzitter van GroenLinks, Jesse Klaver, kwam praten over de klimaattop en over de documentaire 'Cowspiracy'. In de film wordt getoond dat de veeteelt één van de grootste vervuilers ter wereld is, zelfs groter dan de gehele transportsector. Naast de vervuilende factoren van de veeteelt zelf zorgt zij ook voor grootschalige ontbossing van het regenwoud in Zuid-Amerika, voor de productie van veevoer. Terecht zei Matthijs daarom ook tegen Klaver dat hij dacht dat er een veganist voor hem zat. Maar verrassend genoeg trok hij daarop een vies gezicht en reageerde ontkennend. Nee, hij at soms heus wel vlees. Ik ben heel blij dat er op tv eindelijk over gesproken wordt. Het minderen van de consumptie van dierlijke producten juich ik altijd toe, maar ik had van de fractievoorzitter van GroenLinks wel een daadkrachtiger statement verwacht. Hij nuanceert de documentaire, die overigens echt het kijken waard is, heel sterk. En dat terwijl veel van wat er in verteld wordt juist neerkomt op simpele rekensommen: het kost nu eenmaal veel meer land, grondstoffen en energie om vlees te produceren dan dat er nodig is voor goede plantaardige alternatieven.

Steeds meer mensen kiezen daarom ook voor dat laatste. De markt speelt hier goed op in. Zo zijn er steeds meer goede en lekkere plantaardige producten in de supermarkt te koop en ook in restaurants neemt het aantal plantaardige opties op de kaart toe. Dit laat zien, in tegenstelling tot wat Klaver beweert, dat het juist steeds minder extreem wordt om de overstap te maken naar een veganistische leefwijze.

Terug in 'De Wereld Draait Door' vroeg Matthijs als afsluiting aan Klaver of zo'n klimaattop wel zin had, of het wel voldoende oplevert. Want ondertussen lijkt de veeteelt onbesproken te blijven. Volgens Klaver moeten we hoopvol blijven, omdat er wel heel veel gebeurt. Er zijn inderdaad steeds meer initiatieven die het consumeren van dierlijke producten onnodig maken, maar de rol van de politiek daarin is echter ver te zoeken. Gelukkig kunnen wij, als consument, zelf het goede voorbeeld geven door alvast de daad bij het woord te voegen. Bijvoorbeeld door in plaats van dierlijke producten te kiezen voor volwaardige plantaardige alternatieven die er de laatste tijd allemaal bij zijn gekomen. Er ligt meer macht bij ons dan er wordt gedacht.

zondag 18 oktober 2015

Waar zijn we mee bezig?

Ik ben altijd erg geïnteresseerd geweest in videogames. Niet zo zeer om ze te spelen, ik ben vooral geïnteresseerd in hoe ze zijn gemaakt. Een korte verslaving aan World of Warcraft wees dat wel voor mij uit: het spelen er van is namelijk vooral leuk door de sociale ervaring die er in is gebouwd. Later keerde ik zo nu en dan nog eens terug naar het spel, maar vooral uit nieuwsgierigheid om te bekijken wat de makers in latere stadia hebben toegevoegd of gewijzigd aan het spel.

Deze interesse voor de techniek achter een videogame zorgde ook voor een fascinatie in Minecraft. Toegegeven, het is niet bepaald het mooiste spel ooit gemaakt. Maar hoe Minecraft steeds weer een totaal willekeurig, maar toch ook op algoritmen gebaseerde, wereld weet te creëren is mij altijd blijven fascineren. (Ik moest meteen aan deze video denken die dat mooi laat zien)


Minecraft
Een andere, en misschien wel de grootste, kwaliteit van Minecraft is natuurlijk de enorme vrijheid om te kunnen bouwen wat je maar zou willen. Afhankelijk van hoeveel tijd je er in zou willen steken zijn de mogelijkheden eindeloos. Zelf had ik dit na een tijdje wel gezien, mijn passie om 'IRL' (In real life) iets te creëren wint het, na een tijdje in de digitale wereld, altijd.

Ik had een enorme bewondering voor de techniek achter Minecraft. De landschappen werden steeds beter; de bergen begonnen er realistischer uit te zien (voor zover dat gaat in een wereld waarin alles uit kubussen bestaat), rivieren doorsneden de landschappen en de overgangen naar verschillende terreinen werd geleidelijker.

Toen ontdekte ik Proteus. Dit is een videogame waar sommige gamers boos over werden: er is immers maar bar weinig te doen. Discussies over of dit nog een videogame genoemd mag worden begonnen. En misschien ook wel terecht: het enige wat je als speler in Proteus kan doen is: rondlopen.


Proteus
Maar dat is ook waar de kwaliteit van dit spel in schuilt. Proteus is namelijk vooral interactief audiovisueel entertainment. Net als in Minecraft wordt ook in Proteus een wereld gecreëerd op basis van algoritmen. Elk nieuwe spel speelt zich altijd af op een eiland. Het eiland kent vlaktes, hoge bergen en bossen. Zo immens groot als Minecraft is het niet, maar het is groot genoeg voor de speelduur van het spel, wat min of meer vast staat. 
Het mooie aan Proteus vind ik ook de toevoeging van relikwieën en ruïnes. Deze vervullen soms een duidelijke functie op het eiland, maar soms kan de speler alleen maar raden, aangezien er dan geen mogelijke manier van interactie mee lijkt te zijn.

Net als Minecraft gaat het in Proteus over ontdekken. De wereld ligt aan je voeten, je hoeft hem alleen maar te betreden.

Rond de tijd dat ik Proteus leerde kennen, leerde ik ook over Journey. Journey is een videogame voor de Playstation die veel aandacht kreeg om soortgelijke redenen als eerdergenoemde games. Journey was alleen anders in dat het dit keer niet ging om een automatisch gegenereerde wereld en ook leek er iets meer een doel te zijn in het spel (niet zoals Proteus). Wat Journey voor velen zo leuk maakte was wat dit verbindt aan Minecraft en Proteus, namelijk de ontdekkingstocht. Dit zit uiteraard al in de naam van het spel verweven, maar ook de game zelf ademt avontuur. Helaas heb ik er zelf nog niet van mogen genieten wegens het ontbreken van een Playstation.
Nu werd er dit jaar een nieuwe game aangekondigd met een soortgelijk idee: Abzu. Dit keer vind de ontdekkingstocht geheel onder water plaats. Interessant detail: Abzu is één van de weinige games waarin het niet mogelijk is om dieren te doden.

Abzu
Dit brengt mij tot mijn nieuwste ontdekking: No Man's Sky. Deze videogame zal uitkomen in 2016 en is, zoals Minecraft, een game waarin de omgevingen gebaseerd zijn op algoritmen. Alleen gaat het hier niet om één enkele wereld, maar om een veelvoud aan werelden. Deze game is gevuld met triljoenen potentiële planeten, klaar om ontdekt te worden door haar spelers. De reden dat het speelbaar is en niet alle harde schijven op de(ze) wereld nodig zijn om alle data van die planeten in op te slaan, is omdat het voor elke planeet, elk zonnestelsel, slechts gaat om algoritmen, om wiskunde. Elke planeet is uniek: Het heeft een eigen geologie, eigen natuur en biodiversiteit, de wezens die er leven vind je op geen enkele andere planeet.
Als speler kan je elk dier, elke plaats, elke planeet en elk zonnestelsel namen geven, of: van jou maken. Net zoals de VS in 1969 een vlag op de Maan plantte, zo kan je dit als speler op nog nooit ontdekte planeten. De kans dat je een andere speler tegen komt is bijzonder klein, maar ze zijn er absoluut. De bizarre grootte van het universum in No Man's Sky zorgt er voor dat het voornamelijk aan voelt als een single player game. En ook hier gaat het in de kern weer om ontdekken.

Dit doet me denken aan het ontdekken van je eigen naam en geboorteplaats in een boek in de Bibliotheek van Babel (Jorge Luis Borges). Deze bibliotheek bevat alle boeken die geschreven zijn en ooit geschreven zouden kunnen worden. Als gevolg hiervan zijn veruit de meeste boeken in deze fictieve bibliotheek gevuld met onzinnige reeksen aan letters en leestekens. Toch is het mogelijk om online deze bibliotheek te doorzoeken naar je eigen naam in combinatie met je geboorteplaats, of de plaats waar je nu woont. Het maakt eigenlijk niet uit, elke tekst die je zou kunnen bedenken is te vinden op libraryofbabel.info.
Net als in No Man's Sky is het gelukt om deze digitale 'bibliotheek' te bouwen door middel van algoritmen. Wiskundige formules die reeksen tekens creëren, pagina na pagina, boek na boek. Door de omgekeerde versie van deze formules is het mogelijk om in deze bibliotheek te zoeken.

Of deze Bibliotheek van Babel echt zo werkt als de maker zegt en hij inderdaad 105000 pagina's bevat maakt misschien niet zo heel veel uit voor het idee waar Borges ooit mee begonnen is. Zijn we bezig om alles wat zou kunnen in beeld te brengen of in woorden te vatten? Zijn we de grenzen aan het aftasten van wat kan? Komt er ooit een videogame waarin elke planeet die ooit zou kunnen bestaan, bestaat? Of: Zullen we ooit een compleet universum in ons eigen universum kunnen bouwen? Ik ben heel benieuwd naar de variatie aan werelden in No Man's Sky en hoe dicht dit de werkelijkheid zal benaderen. Misschien zijn we met videogames als dit wel aan het kijken hoeveel we eigenlijk van de natuur begrijpen.

No Man's Sky

dinsdag 14 juli 2015

De toekomst van onze privacy

Een jaar of twee geleden las ik De Cirkel van Dave Eggers. Een dystopisch sci-fi verhaal over Mae Holland, een jonge vrouw die komt te werken bij een grote multinational genaamd 'De Cirkel'. Dit is het resultaat van een fusie van fictieve varianten van grote bedrijven zoals Google, Apple, Facebook en Twitter. Ze komt terecht in een wereld waarin iedereen constant met elkaar in contact staat en waarin zo veel mogelijk van ieders leven wordt vastgelegd, op wat voor manier dan ook. Simpelweg omdat het leuk is en iedereen het doet. Gedurende de loop van het verhaal groeien de mogelijkheden van de technologie steeds verder uit en leveren alle werknemers van het bedrijf vrijwillig steeds iets meer van hun privacy in.

Ik vond het niet een bijzonder sterk boek, omdat de boodschap er voor mijn gevoel te dik bovenop lag en ik de hoofdperso(o)n(en) niet bijzonder slim vond, ik had moeite om met ze te identificeren. Ondanks de middelmatigheid moest ik er een tijdje geleden op een aantal momenten weer aan denken. De boodschap mag dan wel wat prekerig zijn, zo nu en dan bekruipt mij het gevoel dat het best eens zo zou kunnen zijn dat we werkelijk naar een maatschappij toe bewegen waarin we vrijwillig onze privacy meer en meer opgeven.


Eén van de zaken in het verhaal dat mij het meeste bij is gebleven is de ongelofelijk snelle manier hoe iemand zijn genoegen of ongenoegen kon uitspreken over een bepaalde gebeurtenis waar ook ter wereld en dat dit vervolgens ook best serieus genomen werd. Bijvoorbeeld een bepaald bedrijf dat onethisch te werk gaat en dat daar door de gigantische online community op wordt gereageerd door één simpele druk op de knop. Door de enorme hoeveelheid leden van de community overal ter wereld werd een dergelijk bedrijf al snel bang voor gezichtsverlies en verbeterde haar wegen.

Op dit moment zijn er meer en meer websites te vinden waar mensen petities kunnen starten of waar men lid kan worden en vervolgens petities krijgt toegestuurd per e-mail met het verzoek deze te tekenen. Ook dit gebeurt binnen enkele seconden en de websites beloven resultaat. Het werkt ook wel; websites als Avaaz en SumOfUs boeken werkelijk resultaten en de wereld wordt er een klein beetje beter door.

Vorige week moest ik opnieuw aan het boek denken toen ik de TED-talk aan het bekijken was van de Israëliër Oren Yakobovich. Hij is een ondernemer die, na in het leger te hebben gediend, besloot om mee te helpen met het blootleggen van ernstige misstanden in de wereld. Hij hielp onderdrukte minderheden aan camera's ter grootte van je vingertopje en verborg die in kleding of andere accesoires, zodat deze mensen zonder gevaar te lopen misstanden konden filmen en aan het licht konden brengen. In het filmpje worden al een aantal successen genoemd.

Dit is natuurlijk fantastisch, het is heel goed dat corruptie wordt aangepakt en de mensen die geweld plegen worden aangepakt. Met dit soort camerabeelden weet je ook direct zeker dat je de juiste mensen oppakt.

Michel Foucault heeft veel nagedacht over de maatschappij en hoe deze georganiseerd wordt. Hij vroeg zich ernstig af waarom vandaag de dag mensen met mentale ziektebeelden worden opgenomen en worden behandeld voor deze zaken, waarom het überhaupt als 'ziekte' wordt gezien, terwijl deze mensen vroeger gewoon vrij rond mochten blijven lopen. Destijds werden ze niet gezien als 'ziek', maar als 'anders'. 

Zo heeft de hedendaagse maatschappij nog andere manieren bedacht om mensen die niet aan de 'norm' voldoen buiten te sluiten. Wij hebben een sociaal systeem gecreëerd met een norm die over honderden jaren door de maatschappij als geheel is bepaald. Er is bepaald wat normaal gedrag is en wat echt niet kan. Vroeger was het geen probleem om slaven te houden en was het ook normaal dat de man meer rechten had dan de vrouw. Zo is er natuurlijk nog veel meer. Al deze zaken behoren nu niet meer tot de dingen die we als normaal beschouwen. We leven in een sociaal systeem waarin we, min of meer, passief over elkaar waken zodat niemand de fout in gaat. 
Een mooie metafoor waarin Foucault dit principe het beste toe wist te passen was het idee van het Panopticon; een cirkelvormig gebouw met in het midden een kleine ruimte met een bewaker of observeerder en daar omheen de 'geobserveerden'. Deze laatste groep zou bijvoorbeeld gevangenen kunnen zijn. In het geval van een gevangenis kan vanuit de middelste ruimte elke gevangene in de gaten worden gehouden, maar geen enkele gevangene weet op geen enkel moment wanneer de bewaker naar hem kijkt. Als gevolg hiervan is het idee dat alle gevangenen zich daardoor automatisch zullen gedragen, simpelweg door de kans dat ze in de gaten gehouden zouden kunnen worden.
Op eenzelfde manier werkt het ook in de maatschappij, we houden veel ideeën en frustraties voor onszelf, omdat we vermoeden dat door deze te uitten we wellicht buiten de norm van de maatschappij vallen. Dit is niet per se slecht; immers worden er, volgens diezelfde norm, nu niet zo maar mensen op straat vermoord en kunnen homoseksuelen (gelukkig) al in een groot deel van Nederland zonder gevaar rondlopen. 
Maar de sociale controle zorgt er steeds meer voor dat we ons op vrijwel elk moment van de dag moeten gedragen naar maatschappelijke maatstaven.

Dit komt ook weer terug in De Cirkel, waarin iedereen langzaam zijn privacy opgeeft met het idee dat we zo goed mogelijk op de hoogte moeten blijven van elkaars leven. Want zodra je elkaar in de gaten kan houden behoedt je elkaar ook voor slechte, criminele zaken.


Daarom denk ik dat we, of we het nou willen of niet, langzaam naar een scenario toe bewegen zoals beschreven in De Cirkel. We hebben bijna geen keuze, omdat het slechts enkelingen zijn die besluiten te stoppen met het gebruik van Facebook, Gmail of Twitter. Om een omslag te bewerkstelligen waarin respectvol wordt omgegaan met onze privacy zouden we massaal, met tien- of honderdduizenden tegelijk moeten overstappen naar alternatieven. Het afgelopen half jaar leken de alternatieven voor Facebook ineens overal uit de grond te schieten, maar alles legt het af tegen Facebook. Niemand vertrekt echt, omdat de anderen het ook niet doen. En niemand wilt contacten missen die misschien iets minder thuis zijn in de wereld van alternatieven van social media. Het echt goede nieuwe alternatief moet minstens zo gebruikersvriendelijk zijn als Facebook, maar wat echt belangrijk is, is dat het in een korte periode populair wordt.

woensdag 1 juli 2015

De natuur en onze beschermingsdrang

Onlangs las ik dit artikel op Vice. Het gaat over dierentuinen en dat ze misschien allemaal maar eens gesloten moeten worden, omdat het dierenwelzijn er zeer slecht is. Veel dieren die er worden gehouden hebben van nature duizenden malen meer oppervlakte tot hun beschikking als leefomgeving in de vrije natuur. Bovendien worden er, helaas nog steeds, vrij nare manieren gebruikt om de wilde dieren af te richten.
"Een veelgehoord argument vóór het bestaan van dierentuinen, is dat ze belangrijk zijn voor het conserveren van diersoorten. Als we de cijfers hieromtrent onder de loep nemen, dan zien we echter al snel dat dit een mythe is. Minder dan één procent van alle dierentuinsoorten is momenteel deel van een serieus conserveringsprogramma."
 En dat is eigenlijk waar ik het vooral over zou willen hebben.

Ik merk bij mezelf dat ik me zo nu en dan ernstig zorgen maak over sommige diersoorten die uitsterven. Vooral als het in verband staat met stropers die systematisch een einde lijken te maken aan het bestaan van een bepaalde diersoort. Menselijke hebzucht kent werkelijk geen grenzen. Goede voorbeelden zijn natuurlijk de olifant en de neushoorn. Ik kan hier erg droevig van worden. Maar de enige twee manieren om hier iets tegen te doen is directe bescherming van de diersoorten en campagnes die het gebruik van de gewonnen dierlijke materialen ontmoedigen. Zelf heb ik het gevoel dat dat laatste nog te weinig wordt gedaan. Vooral het bijgeloof en statussymbool van het poeder van vermalen neushoorn-hoorn is akelig en vrij ziek te noemen. 

Toch is het iets typisch menselijks om zo bezig te zijn met het behoud van diersoorten. De diersoort zelf houdt zich niet echt bezig met de hoeveelheid van soortgenoten, behalve als dit in zijn directe omgeving merkbaar wordt, natuurlijk. De mens is een empathisch wezen en we kunnen er slecht tegen als dieren door hebzucht of als statussymbool worden gedood, een goed voorbeeld is Melissa Bachman. Dit is voor mij de voornaamste reden dat ik zo tegen de illegale jacht op de eerder genoemde diersoorten ben. Verder ben ik ook tegen de jacht op elk ander dier.

Ik vind het arrogant van ons mensen dat we de neiging hebben om de natuur even te helpen door de aantallen diersoorten 'eens even' te gaan beheren. Er zijn te veel everzwijnen, dus moet een deel maar worden afgemaakt. Maar hetzelfde zou ik willen zeggen over het conserveren van diersoorten. Deze bedreigde diersoorten hebben wellicht baat bij onze pogingen, maar voor de individuele dieren maakt het helemaal niets uit. Sterker nog, ik vermoed dat veel van deze dieren onder veel meer stress leven dan wanneer ze in de vrije bedreigende natuur zouden leven. 

Er zijn de afgelopen miljoenen jaren behoorlijk wat diersoorten uitgestorven en bij slechts een handvol komt dat door toedoen van de mens. Het is natuurlijk erg jammer als het zo ver komt en het aan ons menselijke gedrag te wijten is dat een diersoort uitsterft, maar om de soort die op het punt staat uit te sterven te conserveren is een eigenschap van ons die voor een groot deel voort komt uit ons egoïsme. We zouden het gewoon zo zonde vinden als we die dieren niet meer in het wild kunnen zien leven. En natuurlijk zouden die individuele dieren ook heus zelf wel willen blijven leven, dat is immers iets wat elk dier wilt.

Wat ook te begrijpen is, is het feit dat bepaalde diersoorten nodig zijn voor een gebalanceerd ecosysteem. Er zijn dus veel redenen voor om sommige diersoorten te conserveren en er voor te zorgen dat ze blijven voortbestaan. Maar ik denk dat we niet moeten vergeten dat dit vooral iets is waar uiteindelijk wij zelf het meest bij zijn gebaat. We willen geen kapot ecosysteem en we willen geen kapotte Aarde, omdat wij er dan zelf, als mens, aan onderdoor zullen gaan. 

Wellicht zouden we onszelf kunnen zien als 'herders van de wereld', door onze intelligentie en de daar uit voortgekomen technologie die ons helpt. Maar als we dat echt zijn dan zouden we de natuur voor het grootste gedeelte met rust laten, haar eigen gang laten gaan en onze soortgenoten er van weerhouden om er invloed op uit te oefenen. We staan niet boven de natuur, we maken er deel van uit.

vrijdag 17 april 2015

Hoe en waarom

Waarom ben je nou eigenlijk veganist geworden?

Er is heel veel gaande op deze wereld wat helemaal niet oké is, daar maak ik mij ernstig zorgen om. Ik zie heel veel van dit onrecht en corruptie als een geheel. De manier hoe de westerse wereld consumeert houdt het onrecht en de corruptie in de landen waar het minder goed gaat in stand. Volgens de Verenigde Naties is de bio-industrie met stip de meest vervuilende industrie van alles. Daar komt nog eens bij dat er aan de andere kant van de wereld massaal de bossen worden gekapt, die juist met zo extreem veel vervuiling als waar we nu mee te kampen hebben zo hard nodig zijn. En naast dit alles is ethiek een grote rol voor mij gaan spelen. Het is gewoon niet normaal hoe wij met dieren omgaan en hoe we ze gebruiken en misbruiken. Dieren die nu in boerderijen, veehouderijen en dierentuinen worden gehouden hebben maar minimale mogelijkheden om naar hun natuurlijke gedrag te kunnen leven. Zo gaan we niet met dieren om. Sterker nog, ik begin steeds meer te denken dat we beter zo min mogelijk met dieren om zouden moeten gaan.

Hoe kunnen we dit stoppen? 

De meeste mensen in de gebieden die zo sterk worden aangetast hebben niet veel geld en zijn al lang blij als ze voor een laag loon mogen werken. Als vervolgens hun werk is om bomen te kappen, de wortels te verbranden en akkers van het open land te maken, dan doen ze dat. Ze hebben immers geld nodig voor hun familie. Het is een complex probleem met veel koppelingen. Je zou graag de mensen die die bomen neerhalen willen wegjagen en voorkomen dat het nog langer gebeurd, maar in dit geval is het symptoombestrijding. De echte oorzaak ligt elders, namelijk bij de bio-industrie die het grootste deel van deze verbouwde gewassen koopt als veevoer. De beste oplossing zou daarom zijn dat iedereen zou stoppen met het eten van vlees en zuivel, want dan worden deze bedrijven niet langer gesteund en kunnen zij, op hun beurt, de bedrijven die de bossen neerhalen voor plantages ook niet langer steunen. 
Als je zou besluiten om geen vlees en zuivel meer te consumeren zou je niet alleen deze bedrijven boycotten en verdere destructie van het regenwoud tegengaan, maar óók de vervuiling op een meer lokale schaal, aangezien de veehouderij hier in Nederland voor veel vervuiling zorgt. (Denk aan de hoeveelheden mest die alle dieren produceren terwijl ze daar op een kluitje staan) Veel veganisten kiezen óók voor een levenswijze zonder dierlijke producten, omdat het gezonder zou zijn. Waar langzaam meer bewijzen voor komen, zo zou het enkel eten van plantaardig voedsel de kans op Diabetes type 2 aanzienlijk verlagen.

Maar hoe kom ik dan aan al mijn voedingsstoffen?

Daar hoef je je minder zorgen om te maken dan je denkt! De eiwitten in zuivel en vlees zijn ook prima te halen uit veel soorten groenten, met name bonen en bladgroenten. Het enige wat lastiger zou zijn is vitamine B12. Dat zou je dan als supplement er bij moeten nemen. Elke verstandige veganist slikt dit gewoon. Daar is overigens niets raars aan, want hoe vleeseters hun B12 binnen krijgen is ook niet bepaald natuurlijk; er wordt vaak vitamine B12 toegevoegd aan het veevoer. Vitamine B12 komt van nature voor in de grond en wordt gemaakt door bacteriën, maar veel dieren in de bio-industrie komen helemaal niet buiten. De kans dat zij dit op een natuurlijke manier binnen krijgen is nihiel.
Bovendien zijn er veel topsporters die veganistisch leven en het levende bewijs zijn dat dit kan.

Maar ben ik dan enkel toegewezen op enkele soorten bonen voor mijn eiwitten? Dat is toch raar?

Nee hoor, zo wordt er van soja enorm veel verschillende soorten producten gemaakt. Net als hoe dat gaat met koemelk en ei (eigenlijk vooral melk). De mogelijkheden die je met koemelk hebt, kan je net zo makkelijk met soja- of amandelmelk, en er zijn nog meer plantaardige opties. De veelheid aan producten die je als veganist niet meer zou mogen eten worden alleen vermeden door 2 producten: koemelk en ei. En dan is er natuurlijk nog gelatine en zijn er nog een aantal andere zaken zoals E-nummers. Maar dat is een iets andere discussie, dat is namelijk ook een resultaat van het slachten van een dier en wordt dus sowieso al vermeden omdat het met vlees te maken heeft.

Waarom eet je dan niet gewoon biologisch vlees?

Dat doe ik niet, omdat ook dit bijdraagt aan het dierenleed waar er al zo veel van is. Bovendien ben ik ook van mening dat geen enkel dier eigendom zou mogen zijn en op deze manier behandeld zou mogen worden. En het eindstation is voor het dier niet veranderd. Of het nou biologisch zou zijn of niet, alle dieren eindigen op de slachtbank. Wat de term 'biologisch' inhoudt is overigens ook een discussie waard, want 'vaag' is op dit moment nog wel een goede beschrijving. In veel gevallen hebben veel dieren iets meer beweegruimte, genoeg voor de stempel 'biologisch'. De richtlijnen zijn allemaal heel raar. Het zou een stuk makkelijker zijn als er gewoon gezegd wordt 'Diervriendelijk vlees bestaat niet', want dat is ook zo. 

Overigens zou ook dit op de lange termijn niet houdbaar zijn. De mens is de wereld nu al aan het uithollen en alles aan het slopen wat we nodig hebben om te overleven. Voor biologisch vlees is meer ruimte nodig, als iedereen op deze manier zou gaan eten zou dat nog veel meer ruimte kosten dan wat er nu wereldwijd al wordt gereserveerd voor de productie van dierenvlees.

Maar mensen zijn toch omnivoor? We hebben hoektanden en niet, zoals koeien, meerdere magen!

Dat wij van oorsprong omnivoor zijn was misschien ooit een goede reden, maar dat is in deze tijd geen reden meer om vlees te blijven eten. Het idee dat het natuurlijk voor ons is om vlees te eten is ook te verwerpen, omdat de maatschappij en omgeving waarin we leven allang niet meer natuurlijk te noemen is. En dan heb ik het nog niet eens over de manier hoe de dieren voor hun vlees gehouden worden, dat heeft niets meer met natuurlijk te maken. De mens heeft zich sterk ontwikkeld op het gebied van intelligentie en inlevingsvermogen. Nú hebben wij de mogelijkheid om keuzes te maken. Er zijn mogelijkheden om alle stoffen die een mens nodig heeft via plantaardige producten binnen te krijgen, in het geval dat er toch ergens een tekort van is kan dat als supplement geslikt worden en komt uit een lab (Is dus ook niet dierlijk). Daarbij kunnen wij ook ethische keuzes maken. We hebben heel veel luxe, veel mensen beseffen zich niet hoe goed we het eigenlijk hebben. Daarom kies ik voor een plantaardige levensstijl, omdat het kan en omdat het net zo lekker kan zijn.

Wat dondert het allemaal? Waarom zou ik me druk maken om een verwoest regenwoud? Ik houd niet eens van regenwoud!

Tja, dat moet ieder voor zich zelf bepalen. Als je puur voor jezelf leeft dan is er geen reden om van levensstijl te veranderen, daar kan geen argument tegen op. Maar als je vindt dat je ethische keuzes kan maken en hier over na denkt, dan lijkt het me geen slecht idee om ook hier eens over na te denken. Zoveel verschilt ons DNA niet met dat van dieren. Veel dieren blijken uit onderzoek van de afgelopen jaren ook veel slimmer dan we eerst dachten. En het regenwoud hoeft niet aan het eind van de straat te zijn om het effect er van te merken. Er zijn nu al heftige gevolgen te merken van de veranderingen van ons klimaat. Verwoestijning is een erg groot probleem. 

Maar vlees en eieren zijn zo lekker...

Ik ben ook nooit gestopt met het eten van die dingen vanwege de smaak, maar om andere redenen die veel verder gaan. Ik eet graag een paar dingen die ik lekker vind niet meer als het betekent dat ik daar een heel onethische en vervuilende industrie niet meer mee steun.

Planten hebben ook gevoel...

Dat is nog niet bewezen. En als dat wel zo blijkt te zijn wordt het leed van zowel dier als plant (in dit geval) alsnog het meest beperkt met een veganistische levenswijze. Er zijn namelijk geen enorme hoeveelheden aan granen en soja nodig om éérst het vee te voeren wat vervolgens dan weer geslacht gaat worden.